ECLI:NL:HR:2001:AD6050
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen bij zorginstelling
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen die is opgelegd aan een zorginstelling voor de periode van 1 augustus 1996 tot en met 31 augustus 1996. De naheffingsaanslag bedroeg ƒ 13 en werd opgelegd zonder verhoging. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop de belanghebbende cassatie instelde.
De belanghebbende, een instelling voor thuiszorg, verleent verpleegkundige zorg en huishoudelijke hulp aan thuiswonende personen. In 1990 werd een door de belanghebbende opgestelde 'Vergoedingsregeling-reiskosten' goedgekeurd door de bevoegde inspecteur, maar deze goedkeuring werd per 1 juli 1996 ingetrokken. De gemachtigde van de belanghebbende had in juni 1996 een onderhoud met de portefeuillehouder van de Belastingdienst, waarin werd verzocht om de oude vergoedingsregeling te blijven toepassen. De portefeuillehouder weigerde dit verzoek, omdat hij vond dat de wettelijke regeling moest worden nageleefd.
De belanghebbende betoogde in cassatie dat er sprake was van ongelijke behandeling, omdat andere inspecteurs wel afwijkingen toestonden. De Hoge Raad oordeelde echter dat er op landelijk niveau wel degelijk onderlinge afstemming van beleid plaatsvond en dat de Belastingdienst zich diende te houden aan de wettelijke regeling. De enkele omstandigheid dat enkele inspecteurs zich niet aan het beleid hielden, rechtvaardigde niet dat de belanghebbende ook een afwijkende regeling mocht toepassen. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de uitspraak van het Hof.