ECLI:NL:HR:2001:AD5904
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- A.M.M. Orie
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis van de Kantonrechter te Utrecht inzake internering en ontzetting van kiesrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 november 2001 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een vonnis van de Kantonrechter te Utrecht, dat op 11 oktober 1948 was uitgesproken. De aanvraagster, geboren in 1922 en wonende in België, had verzocht om herziening van de uitspraak waarbij zij was geïnterneerd op grond van het Tribunaalbesluit. De Kantonrechter had haar internering opgelegd wegens het verlenen van hulp en steun aan de vijand tijdens de Tweede Wereldoorlog, en had daarnaast ontzetting van het kiesrecht opgelegd.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de rechtsmacht van de Tribunalen is overgegaan op de kantongerechten door de Wet overgang bijzondere rechtspleging. De Hoge Raad heeft eerder in een beschikking van 18 oktober 1949 beslist dat herziening van uitspraken van Tribunalen volgens de wet niet openstaat. Dit betekent dat de aanvraagster geen recht heeft op herziening van het vonnis van de Kantonrechter.
Gelet op deze juridische context heeft de Hoge Raad geconcludeerd dat de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk is. De beslissing van de Hoge Raad is genomen door vice-president W.J.M. Davids, samen met de raadsheren G.J.M. Corstens en A.M.M. Orie, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend-griffier H.H.A. de Nijs. Het arrest is gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2001:AD5904.