ECLI:NL:HR:2001:AD5376
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake diefstal met valse sleutels
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 30 mei 2000 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1963. De verdachte was beschuldigd van diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij hij geld had weggenomen uit een geldautomaat met behulp van een valse sleutel, in dit geval een gestolen bankpasje. De geldopnames waren vastgelegd op video, en getuigen hebben de verdachte herkend aan de hand van deze beelden.
De verdediging voerde aan dat de videobanden niet meer beschikbaar waren en dat de getuigenverklaringen daarom niet als bewijs konden dienen. Het Hof verwierp dit verweer, oordelend dat de afwezigheid van de videobanden niet automatisch betekende dat de getuigenverklaringen niet tot bewijs konden worden gebezigd. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de middelen van de verdediging niet tot cassatie konden leiden.
De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het Hof, waarbij de verdachte was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van zestig uren. De vordering van de benadeelde partij werd eveneens toegewezen, wat resulteerde in een betalingsverplichting voor de verdachte. De uitspraak van de Hoge Raad werd gedaan op 18 december 2001, waarbij de vice-president en twee raadsheren aanwezig waren.