ECLI:NL:HR:2001:AD5331
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over motorrijtuigenbelasting en de dagtekening van het kentekenbewijs
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 oktober 2000, betreffende een bedrag aan motorrijtuigenbelasting dat over het tijdvak van 26 april 1997 tot en met 25 januari 1999 op aangifte is voldaan. Belanghebbende heeft een bedrag van f 1256 aan motorrijtuigenbelasting aangegeven, maar heeft hiertegen bezwaar gemaakt bij de Inspecteur. Dit bezwaar werd afgewezen, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld, die zich richtten tegen het oordeel van het Hof dat volgens artikel I van de Wet van 23 december 1994, Stb. 883, enkel bepalend is of de dagtekening van deel II van het kentekenbewijs vóór 1 januari 1988 ligt. De Hoge Raad oordeelt dat dit oordeel, gelet op de toelichting bij de wet en in verbinding met artikel VI van de Wet van 18 december 1987, juist is. De klachten falen derhalve.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J. Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren D.G. van Vliet en P. Lourens, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff, en is in het openbaar uitgesproken op 9 november 2001.