ECLI:NL:HR:2001:AD5319
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over loonvordering en toepassing van de CAO in arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 november 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Datelnet I&N Services B.V. en [verweerder]. De zaak betreft een loonvordering van [verweerder] op Datelnet, die voortvloeit uit een arbeidsovereenkomst waarop de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) voor de elektrotechnische sector van toepassing is. [Verweerder] vorderde een verklaring voor recht dat zijn salaris per periode van vier weken op basis van de CAO ƒ 4.256,68 had moeten bedragen op de ingangsdatum van zijn WAO-uitkering, en daarnaast een bedrag van ƒ 88.698,83 aan achterstallig loon, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. De Kantonrechter te 's-Hertogenbosch heeft in een tussenvonnis en eindvonnis de vordering van [verweerder] gedeeltelijk toegewezen, maar het meer of anders gevorderde afgewezen. Hierop heeft [verweerder] hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank, die het vonnis van de Kantonrechter heeft vernietigd en de vorderingen van [verweerder] heeft toegewezen.
Datelnet heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het vonnis van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de Rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de vaststellingsovereenkomst tussen Datelnet en de FNV niet kan worden aangemerkt als een CAO die van toepassing is op de arbeidsovereenkomst van partijen. De Hoge Raad heeft het beroep van Datelnet verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de eerdere oordelen van de lagere rechters en onderstreept het belang van de juiste toepassing van CAO-bepalingen in arbeidsgeschillen.