ECLI:NL:HR:2001:AD5231
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de teruggave van inbeslaggenomen horloge en eigendomsrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 december 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de teruggave van een inbeslaggenomen horloge. Het beroep is ingesteld door klager, vertegenwoordigd door mr. J.A.J.M.I. van Laake, advocaat te Mill. De Rechtbank had eerder het klaagschrift van klager ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat het vermoeden bestond dat de verdachte, onder wie het horloge in beslag was genomen, de eigenaar was. Klager had tegenstrijdige verklaringen afgelegd over de reden waarom de verdachte het horloge in zijn bezit had, wat de Rechtbank deed concluderen dat het belang van strafvordering zich verzet tegen opheffing van het beslag.
De Hoge Raad beoordeelde het middel dat klaagde over de ongegrondverklaring van het klaagschrift. Het middel stelde dat het inbeslaggenomen horloge aan klager toebehoorde en niet aan de verdachte. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank de juiste maatstaf had toegepast en dat er geen reden was om te twijfelen aan de beslissing van de Rechtbank. De Hoge Raad concludeerde dat het middel niet tot cassatie kon leiden en dat er geen gronden waren voor vernietiging van de bestreden beschikking.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde de beslissing van de Rechtbank en verwierp het beroep van klager. Deze beschikking werd gegeven door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend-griffier, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.