ECLI:NL:HR:2001:AD4573
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest inzake verduistering en de uitleg van art. 321 Sr
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 november 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor verduistering en had beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. De verdachte had in de periode van 1 oktober 1995 tot en met 4 december 1995 een personenauto, toebehorende aan PSA Financiering Nederland, wederrechtelijk toegeëigend. Het Hof had geoordeeld dat de verdachte de auto had verkregen met instemming van PSA Financiering, ondanks dat hij de leaseovereenkomst had ondertekend met de voorletters van zijn zoon. De verdediging voerde aan dat de verdachte de auto door misdrijf had verkregen, maar het Hof verwierp dit verweer. De Hoge Raad oordeelde echter dat het Hof niet voldoende had gemotiveerd waarom het verweer werd verworpen en dat er een mogelijkheid bestond dat de verdachte de auto door een misdrijf had verkregen. Dit leidde tot de conclusie dat de bewezenverklaring niet naar behoren was onderbouwd, wat de Hoge Raad aanleiding gaf om de zaak te vernietigen en terug te verwijzen.