ECLI:NL:HR:2001:AD3992
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- H.A.M. Aaftink
- A.G. Pos
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Beëindiging huurovereenkomst en schadeloosstelling door de Gemeente Oldenzaal
In deze zaak gaat het om de beëindiging van een huurovereenkomst tussen [eiser] en de Gemeente Oldenzaal, die betrekking heeft op een restaurant gelegen bij het sportcomplex Vondersweijde. De Gemeente heeft op 21 november 1995 aan [eiser] meegedeeld dat de huurovereenkomst per 1 januari 1997 zou eindigen. [Eiser] heeft deze beëindiging betwist en in reconventie gevorderd dat de Gemeente hem schadeloosstelling zou betalen. De Kantonrechter heeft de vordering in conventie toegewezen, maar de vordering in reconventie afgewezen. [Eiser] heeft hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Almelo, die de vordering tot schadeloosstelling heeft toegewezen tot een bedrag van ƒ 300.000,--. De Gemeente heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Hof te Arnhem, dat de vonnissen van de Rechtbank heeft vernietigd voor zover deze betrekking hadden op de vordering op grond van onrechtmatig handelen van de Gemeente. [Eiser] heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Gemeente niet onrechtmatig heeft gehandeld door de huurovereenkomst te beëindigen. De vordering van [eiser] was mede gebaseerd op onrechtmatig handelen, maar de Hoge Raad oordeelde dat de Gemeente in haar publiekrechtelijke taak niet in strijd heeft gehandeld met de beginselen van behoorlijk bestuur. De Hoge Raad heeft het beroep van [eiser] verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 16 november 2001.