ECLI:NL:HR:2001:AB2788
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en verliesverrekening
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1988 werd verminderd. De belanghebbende, X B.V., had een aanslag opgelegd gekregen naar een belastbaar bedrag van f 107.769.235, met een te verrekenen investeringsbijdrage van f 664.168. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft het Hof de aanslag verminderd tot f 64.660.229, met een te verrekenen investeringsbijdrage van f 679.199. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof op begrijpelijke wijze heeft vastgesteld dat de totale verliezen van de (oude) C-tak, bestaande uit Section 382 verliezen en Non-section 382 verliezen, correct waren vastgesteld. De Hoge Raad oordeelt dat de uitleg van het Hof over de wettelijke bepalingen en de waardering van het recht op verliescompensatie niet onbegrijpelijk is. De onderdelen van het cassatiemiddel die hiertegen gericht zijn, falen dan ook.
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op f 4260 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 24 juli 2001 door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken. Tevens wordt er een griffierecht geheven van f 630 voor het beroep in cassatie.