ECLI:NL:HR:2001:AB2771
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- P.J. van Amersfoort
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag in de overschotheffing en toepassing van gereduceerd tarief
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 24 maart 2000, betreffende een naheffingsaanslag in de overschotheffing voor het jaar 1995. De naheffingsaanslag, opgelegd door het hoofd van het bureau heffingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, bedroeg ƒ 3180 zonder verhoging. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende cassatie instelde.
In cassatie was de enige vraag of belanghebbende aanspraak kon maken op het gereduceerde tarief, zoals bedoeld in artikel 3 van de Regeling differentiatie overschotheffing II. Het Hof had deze vraag ontkennend beantwoord, omdat het gereduceerde tarief alleen kan worden toegepast als er volledig en tijdig ingezonden afleveringsbewijzen zijn, wat in dit geval niet was gebeurd. Belanghebbende had geen afleveringsbewijzen ingediend voor het onderhavige jaar, en deze vaststelling werd in cassatie niet betwist.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht de toepassing van het gereduceerde tarief had afgewezen. De klachten van belanghebbende, die zich richtten tegen het oordeel van het Hof, werden verworpen. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 24 juli 2001 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.