ECLI:NL:HR:2001:AB2388
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- W.H. Heemskerk
- R. Herrmann
- H.A.M. Aaftink
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Faillissementsaanvraag en misbruik van bevoegdheid door Multi-Terminals Waalhaven B.V.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 juni 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de faillissementsaanvraag van Multi-Terminals Waalhaven B.V. (MTW). De aanvraag tot faillissement werd ingediend door MTW zelf, vertegenwoordigd door mr. J. van Londen, na een sociaal akkoord met de vakbonden FNV en CNV. Dit akkoord was bedoeld om de sociale problemen van de werknemers op te lossen, maar MTW had in 1995 haar bedrijfsactiviteiten al beëindigd. De Rechtbank te Rotterdam verklaarde MTW op 2 januari 2001 in staat van faillissement, maar dit vonnis werd op 17 januari 2001 vernietigd na verzet van FNV Bondgenoten en andere werknemers. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage bekrachtigde op 6 maart 2001 de beslissing van de Rechtbank, waarbij werd geoordeeld dat de faillissementsaanvraag misbruik van bevoegdheid opleverde. MTW ging in cassatie tegen deze beslissing.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat MTW haar bevoegdheid tot het aanvragen van faillissement had misbruikt. De Hoge Raad benadrukte dat de verplichtingen van MTW jegens de werknemers voortvloeiden uit het sociaal akkoord en dat de faillissementsaanvraag was gedaan om van deze verplichtingen af te komen. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep en veroordeelde MTW in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerders waren begroot op ƒ 575,-- aan verschotten en ƒ 2.500,-- voor salaris.