ECLI:NL:HR:2001:AB2205
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor poging tot afpersing en diefstal met geweld
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarbij de verdachte is veroordeeld tot tien jaren gevangenisstraf voor meerdere feiten, waaronder poging tot afpersing en diefstal met geweld. De verdachte, geboren in Algerije en destijds gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting “De Geerhorst” te Sittard, heeft beroep in cassatie ingesteld na een eerdere veroordeling door de Arrondissementsrechtbank te Roermond. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaten mr. J.M. Sjöcrona en mr. D.V.A. Brouwer, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat zich richt op de bewijsvoering van het Hof. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof terecht gebruik heeft gemaakt van schriftelijke stukken die in eerste aanleg zijn voorgelezen. De verdediging had aangevoerd dat het Hof niet de juiste procedure had gevolgd door bewijsstukken te gebruiken die niet ter terechtzitting in hoger beroep waren voorgelezen. De Hoge Raad oordeelt dat, ondanks de bezwaren van de verdediging, de toepassing van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering correct is geweest. Het Hof had de bevoegdheid om de eerder voorgelezen stukken te gebruiken voor het bewijs, en de verdediging had de mogelijkheid om specifieke verzoeken te doen met betrekking tot de bewijsvoering.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, omdat er geen gronden aanwezig waren voor cassatie. De beslissing van het Gerechtshof blijft daarmee in stand, en de verdachte blijft veroordeeld tot de opgelegde gevangenisstraf.