ECLI:NL:HR:2001:AB2204
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de strafbaarverklaring van de verdachte wegens handelen in strijd met de Opiumwet
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 juni 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Breda. De verdachte was veroordeeld voor het handelen in strijd met artikel 3b, eerste lid, van de Opiumwet, omdat hij in zijn pand, genaamd 'Kingstone', 60 wegwerpaanstekers met het opschrift 'coffeeshop Kingstone Haven 18 te Breda' ter verspreiding in voorraad had. De Politierechter had de verdachte hiervoor een geldboete van vijfhonderd gulden opgelegd, subsidiair tien dagen hechtenis.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend voor wat betreft de beslissing over het onder 4 bewezenverklaarde. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd dat de Hoge Raad de verdachte moest vrijspreken van het onder 4 tenlastegelegde. De Hoge Raad oordeelde dat het enkele in voorraad hebben van de aanstekers niet valt onder de strafbaarheid van artikel 3b, eerste lid, Opiumwet, omdat de term 'openbaarmaking' niet alleen het in voorraad hebben van voorwerpen omvat, maar ook een feitelijke openbaarmaking of verspreiding vereist.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de bewezenverklaring niet meer inhoudt dan dat de verdachte de aanstekers ter verspreiding in voorraad had, wat niet voldoet aan de vereisten voor strafbaarheid onder de Opiumwet. Daarom heeft de Hoge Raad de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, met vernietiging van de eerdere uitspraak van de Politierechter.