ECLI:NL:HR:2001:AB1838
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslagen afvalstoffenheffing en rioolrecht gemeente Hengelo
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo (hierna: B en W) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 14 februari 2000. De zaak betreft aanslagen in de afvalstoffenheffing en het rioolrecht voor het jaar 1999, opgelegd aan belanghebbende X. De aanslagen bedroegen respectievelijk f 522 en f 204. Het Hoofd van de afdeling Belastingen en Verzekeringen van de gemeente Hengelo handhaafde de aanslagen na bezwaar van belanghebbende. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag in de afvalstoffenheffing verlaagde tot f 348, maar de overige uitspraak bevestigde.
B en W stelden beroep in cassatie in tegen deze uitspraak. Belanghebbende diende een verweerschrift in en stelde incidenteel beroep in cassatie in. De Hoge Raad beoordeelde de klachten in het principale beroep en oordeelde dat het Hof een onjuiste rechtsopvatting had. Het Hof had geoordeeld dat er vanaf 1 september 1999 geen wekelijkse inzamelingsplicht meer gold voor het perceel van belanghebbende, omdat de mogelijkheid tot bewoning was verminderd. De Hoge Raad oordeelde echter dat de verplichting tot inzameling van huishoudelijke afvalstoffen niet afhankelijk is van de feitelijke bewoning, maar van de objectieve geschiktheid van het perceel voor bewoning.
De Hoge Raad concludeerde dat gedurende het gehele jaar 1999 op het perceel geregeld huishoudelijke afvalstoffen konden ontstaan, ondanks dat het woonhuis niet continu bewoond was. De aanslag in de afvalstoffenheffing werd daarom bevestigd. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad was dat het incidentele beroep van belanghebbende ongegrond werd verklaard, het principale beroep van B en W gegrond werd verklaard, en de uitspraak van het Hof werd vernietigd voor zover deze de aanslag in de afvalstoffenheffing betreft, terwijl de uitspraak van het Hoofd werd bevestigd.