ECLI:NL:HR:2001:AB1837
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof inzake naheffingsaanslag kapitaalsbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 mei 2001 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 17 februari 2000. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de kapitaalsbelasting die aan X-2 B.V. was opgelegd ter hoogte van f 50.347. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag gehandhaafd, waarna het Hof deze uitspraak en de naheffingsaanslag heeft vernietigd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft vervolgens cassatie ingesteld. In de procedure is vastgesteld dat op of omstreeks 20 november 1997 A AB, een Zweeds lichaam, een aanzienlijk bedrag heeft ingebracht in B B.V., waarvan A AB alle aandelen houdt. B B.V. heeft op haar beurt geldmiddelen gestort in verschillende Nederlandse vennootschappen, waaronder X-1 B.V., die op haar beurt een bedrag heeft gestort in belanghebbende. Het Hof oordeelde dat er geen kapitaalsbelasting verschuldigd was, omdat de storting door X-1 B.V. als een inbreng van het gehele vermogen moest worden aangemerkt, wat vrijstelling van belasting met zich meebracht.
De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof bevestigd en geoordeeld dat belanghebbende het gehele vermogen van X-1 B.V. heeft verworven, zoals bedoeld in de relevante wetgeving. Het middel van de Staatssecretaris faalde, en de Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op f 2130 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is openbaar uitgesproken en er is griffierecht geheven van f 630.