ECLI:NL:HR:2001:AB1610
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en vereisten factuur
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak juli 1996. De naheffingsaanslag bedraagt f 421.287, met een verhoging van f 1000, die door de Inspecteur op 4 november 1996 ambtshalve is kwijtgescholden. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, wat leidde tot het cassatieberoep van belanghebbende.
De Hoge Raad beoordeelt de middelen van belanghebbende en stelt vast dat de onderneming handelt in onderdelen en accessoires van computers en zich bezighoudt met het assembleren van computers. In de administratie van belanghebbende zijn 28 facturen en 8 creditnota's aangetroffen, afkomstig van F1 B.V. De facturen vermelden een totaalbedrag aan omzetbelasting van f 11.615.035, maar deze is niet aangegeven of voldaan aan de fiscus. Belanghebbende verzocht om teruggaaf van omzetbelasting, maar de Inspecteur legde een naheffingsaanslag op en wees het verzoek om teruggaaf af.
Het Hof oordeelde dat de facturen niet voldeden aan de eisen van de Wet op de omzetbelasting 1968, omdat de naam van de presterende ondernemer niet op duidelijke wijze was vermeld. De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het Hof dat de vermelding van de naam F1 B.V. op de facturen niet correct was, aangezien deze vennootschap niet bestaat. De Hoge Raad concludeert dat de oordelen van het Hof geen blijk geven van een onjuiste rechtsopvatting en dat de middelen falen. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.