ECLI:NL:HR:2001:AB1571
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor belediging van ambtenaren en andere strafbare feiten
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, waarbij de verdachte is veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder verkrachting, feitelijke aanranding van de eerbaarheid, overtreding van de Wegenverkeerswet en eenvoudige belediging van ambtenaren. De Hoge Raad heeft op 8 mei 2001 uitspraak gedaan in deze zaak, die voortkwam uit een arrest van het Gerechtshof van 10 december 1999. De verdachte, geboren in 1973 en wonende te [woonplaats], was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere veroordeling door de Arrondissementsrechtbank te Zwolle van 5 juni 1997, die hem achttien maanden gevangenisstraf had opgelegd.
De advocaat van de verdachte, mr. G. Spong, heeft middelen van cassatie ingediend, waarbij de Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen ten aanzien van de bewezenverklaring en kwalificatie van de belediging. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd voor wat betreft de beslissingen over de belediging en de strafoplegging, maar het beroep voor het overige verworpen. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling van de relevante onderdelen.
De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de bewezenverklaring van de belediging onvoldoende was gemotiveerd. De verdachte had zich op 27 maart 1996 in Kampen beledigend uitgelaten tegenover twee hoofdagenten van de Regiopolitie IJsselland. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van de beledigende uitlatingen niet voldeed aan de eisen van de wet, omdat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte de beledigende woorden in tegenwoordigheid van beide verbalisanten had geuit. Dit leidde tot de conclusie dat de bestreden uitspraak niet in stand kon blijven voor wat betreft de beslissingen over de belediging en de strafoplegging.