ECLI:NL:HR:2001:AB1567

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 mei 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
02600/00
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • W.J.M. Davids
  • G.J.M. Corstens
  • A.A.M. Orie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een uitspraak van de Politierechter in verband met gebrekkige motivering van de bewezenverklaring

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 mei 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden. De verdachte was op 1 oktober 1999 veroordeeld voor een overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, wat resulteerde in een straf van twee weken hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij geen middelen van cassatie zijn voorgesteld door of namens de verdachte.

De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, zal vernietigen en de zaak zal terugwijzen naar de Politierechter in de Rechtbank te Leeuwarden voor herbehandeling. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de bestreden uitspraak niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat de aantekening van de bewijsmiddelen ontbrak in het proces-verbaal van de terechtzitting. Dit is in strijd met artikel 378, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat vereist dat de bewezenverklaring met redenen omkleed moet zijn.

Gelet op deze gebreken heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar de Politierechter, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering van vonnissen door de lagere rechters, vooral in strafzaken waar de rechten van de verdachte op het spel staan.

Uitspraak

8 mei 2001
Strafkamer
nr. 02600/00
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden van 1 oktober 1999, parketnummer 17/300096-99, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], wonende te [woonplaats].
1. De bestreden uitspraak
De Politierechter heeft de verdachte - voorzover in cassatie van belang - ter zake van 3. "overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994" veroordeeld tot 2 weken hechtenis, met ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van 6 maanden.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn door of namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak, voorzover aan zijn oordeel onderworpen, zal vernietigen en de zaak zal terugwijzen naar de Politierechter in de Rechtbank te Leeuwarden, teneinde in zoverre opnieuw te worden berecht en afgedaan.
3. Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
De bestreden uitspraak is aangetekend in het proces-verbaal van de terechtzitting. Die aantekening bevat niet de gebezigde bewijsmiddelen. Opname daarvan is vereist volgens art. 378, tweede lid, Sv in verbinding met art. 1 van de door de Minister gegeven Regeling aantekening mondeling vonnis door politierechter, kinderrechter, economische politierechter, de kantonrechter en de enkelvoudige kamer voor de behandeling van strafzaken in hoger beroep van 2 oktober 1996 (Stcrt. 1996, 197). De bewezenverklaring is dus niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
4. Slotsom
Uit hetgeen hiervoor is overwogen vloeit voort dat de bestreden uitspraak, voorzover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen, niet in stand kan blijven en dat moet worden beslist als volgt.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
Vernietigt de bestreden uitspraak, voorzover aan zijn oordeel onderworpen;
Wijst de zaak terug naar de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, opdat de zaak in zoverre opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.J.M. Davids als voorzitter, en de raadsheren
G.J.M. Corstens en A.A.M. Orie, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 8 mei 2001.