ECLI:NL:HR:2001:AB1567
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- A.A.M. Orie
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een uitspraak van de Politierechter in verband met gebrekkige motivering van de bewezenverklaring
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 mei 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden. De verdachte was op 1 oktober 1999 veroordeeld voor een overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, wat resulteerde in een straf van twee weken hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij geen middelen van cassatie zijn voorgesteld door of namens de verdachte.
De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, zal vernietigen en de zaak zal terugwijzen naar de Politierechter in de Rechtbank te Leeuwarden voor herbehandeling. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de bestreden uitspraak niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat de aantekening van de bewijsmiddelen ontbrak in het proces-verbaal van de terechtzitting. Dit is in strijd met artikel 378, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat vereist dat de bewezenverklaring met redenen omkleed moet zijn.
Gelet op deze gebreken heeft de Hoge Raad de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar de Politierechter, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering van vonnissen door de lagere rechters, vooral in strafzaken waar de rechten van de verdachte op het spel staan.