ECLI:NL:HR:2001:AB0959
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor overtreding van de Zaaizaad- en Plantgoedwet
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, waarin de verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van een overtreding van de Zaaizaad- en Plantgoedwet. De verdachte, geboren in 1960 en wonende te [woonplaats], had in de periode van 1 december 1994 tot en met 30 november 1995 een hoeveelheid teeltmateriaal, te weten pootgoedaardappelen, in het verkeer gebracht zonder dat dit gecertificeerd pootgoed was. De advocaat van de verdachte, mr. J. Boksem, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die zijn aangevuld in een later stadium. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de term 'teeltmateriaal' zoals bedoeld in de Zaaizaad- en Plantgoedwet niet alleen afhankelijk is van de uiteindelijke bestemming die de koper aan het materiaal geeft, maar ook van de feitelijke omstandigheden van het geval. Dit betekent dat de omschrijving en de omstandigheden waaronder het materiaal werd verhandeld, bepalend zijn voor de kwalificatie als teeltmateriaal. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd in zijn oordeel over de aardappelen die door de verdachte zijn verhandeld.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, omdat geen van de voorgestelde middelen tot cassatie kon leiden. De beslissing van het Gerechtshof blijft daarmee in stand, en de verdachte blijft veroordeeld tot een geldboete van achtduizend gulden, subsidiair tachtig dagen hechtenis. Dit arrest is gewezen op 10 april 2001.