ECLI:NL:HR:2001:AB0636
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over proceskostenvergoeding in belastingzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 maart 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 10 februari 2000. Het Gerechtshof had de heffingsambtenaar van de Gemeente Groesbeek veroordeeld tot betaling van proceskosten aan belanghebbende, maar het bedrag was vastgesteld op f 175,50. Belanghebbende was van mening dat de kosten hoger moesten worden vastgesteld, namelijk op f 1556,80, en heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof terecht had geoordeeld dat niet alle kosten voor vergoeding in aanmerking komen. De Hoge Raad oordeelde dat de verletkosten, die voortvloeien uit tijdsverzuim voor bijvoorbeeld het bijwonen van een zitting, wel vergoed moeten worden, maar dat andere kosten, zoals tijd besteed aan het lezen van stukken, niet voor vergoeding in aanmerking komen. Dit oordeel van het Hof werd niet als onjuist beschouwd.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en de kosten van het geding voor het Hof vastgesteld op f 260,80, te vergoeden door de Gemeente. Tevens werd het griffierecht van f 160 aan belanghebbende toegewezen. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten in de cassatieprocedure zelf. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van proceskosten in belastingzaken en de grenzen van wat voor vergoeding in aanmerking komt.