ECLI:NL:HR:2001:AB0506
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- G.J. Zuurmond
- A.E. de Moor
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de heffing van omzetbelasting bij invoer en de onttrekking aan douaneregelingen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De belanghebbende, een onderneming, was op 27 november 1995 door de Inspecteur uitgenodigd tot betaling van een bedrag aan omzetbelasting. Het bezwaar van de belanghebbende tegen deze uitnodiging werd afgewezen, waarna het Hof de uitspraak van de Inspecteur vernietigde. De Staatssecretaris ging in cassatie tegen deze beslissing van het Hof.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende op 6 oktober 1994 aangifte heeft gedaan voor extern communautair douanevervoer van melkpoeder, afkomstig uit Oost-Europa. De goederen zijn niet terugontvangen door het kantoor van vertrek, wat leidde tot een mededeling aan de belanghebbende. De Inspecteur heeft vervolgens de uitnodiging tot betaling verzonden. De belanghebbende heeft later laten onderzoeken wat er met de lading was gebeurd, en het bleek dat de melkpoeder was afgehaald en naar Frankrijk was getransporteerd.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat er in Nederland geen onttrekking aan de douaneregeling heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad wijst erop dat de uitleg van de Inspecteur correct was en dat de argumenten van de Staatssecretaris niet opgingen. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en veroordeelt de Staatssecretaris in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op ƒ 456,50 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 14 maart 2001.