ECLI:NL:HR:2001:AB0289
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en informeel kapitaal
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage, waarin een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het boekjaar 1994/1995 werd gehandhaafd. De aanslag betrof een belastbaar bedrag van ƒ 262.100. Na bezwaar van belanghebbende bevestigde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof handhaafde de uitspraak van de Inspecteur, wat leidde tot het cassatieberoep.
De Hoge Raad oordeelt dat de regeling die belanghebbende had getroffen met haar moedermaatschappij in Hong Kong, waarbij goederen in guldens werden gefactureerd en betaald in Amerikaanse dollars, als onzakelijk moet worden beschouwd. Dit omdat de keuze om de schuld in guldens uit te drukken en de mogelijkheid om de wisselkoers te kiezen, niet zou zijn geboden aan een niet-gelieerde afnemer. Hierdoor heeft belanghebbende een valutavoordeel behaald van ƒ 214.598, wat niet als winst kan worden aangemerkt, maar als een informele kapitaalstorting.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur, en vermindert de aanslag tot een belastbaar bedrag van ƒ 47.502. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende. Dit arrest is gewezen op 28 februari 2001 door de Hoge Raad der Nederlanden, Derde Kamer.