ECLI:NL:HR:2001:AB0279
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting en de geldigheid van een schriftelijke overeenkomst
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting die aan belanghebbende, een B.V., was opgelegd ter zake van de verkrijging van de economische eigendom van een onroerende zaak. De naheffingsaanslag van f 23.094 werd door de Inspecteur gehandhaafd, maar het Hof vernietigde deze aanslag en de uitspraak van de Inspecteur. De Staatssecretaris ging in cassatie tegen deze beslissing van het Hof.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de overdracht van de economische eigendom het gevolg was van een schriftelijke overeenkomst die vóór een bepaald tijdstip was gesloten. De Hoge Raad stelt vast dat de bemiddelingsopdracht aan de makelaar geen aanbod tot verkoop opleverde en dat de koopakte, die alleen door de koper was ondertekend, niet als een schriftelijk aanbod van de verkoper kan worden aangemerkt. Hierdoor was er geen schriftelijke overeenkomst in de zin van de relevante wetgeving.
De Hoge Raad verklaart het beroep van de Staatssecretaris gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en bevestigt de uitspraak van de Inspecteur. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 28 februari 2001 en is openbaar uitgesproken.