ECLI:NL:HR:2001:AB0277
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en bewijsvoering door belanghebbende
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 17 december 1999, betreffende een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994. De Inspecteur had een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 68.839, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarna belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van belanghebbende gegrond zijn, voor zover deze zich richten tegen de beslissing van het Hof om geen acht te slaan op de door belanghebbende ter zitting overgelegde stukken. De Hoge Raad stelt vast dat het Hof ten onrechte deze stukken als tardief heeft aangemerkt. De omstandigheid dat de Inspecteur eerder om deze gegevens had gevraagd, staat niet in de weg aan de mogelijkheid voor belanghebbende om deze stukken ter zitting over te leggen ter ondersteuning van zijn grieven.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, en dient hij het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden. De Hoge Raad benadrukt dat het verwijzingshof moet beoordelen of belanghebbende recht heeft op een vergoeding voor de kosten in verband met de behandeling van het geding voor het Hof.
Dit arrest is gewezen op 28 februari 2001 door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken. De uitspraak heeft implicaties voor de bewijsvoering in belastingzaken en de rechten van belanghebbenden om relevante stukken in te brengen tijdens de procedure.