ECLI:NL:HR:2001:AB0273
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aan X opgelegde aanslag in de baatbelasting herinrichting voetgangersgebied binnenstad van de gemeente Doetinchem
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 februari 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Doetinchem. Het beroep in cassatie was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 30 juli 1999, waarin de aan belanghebbende, aangeduid als X, opgelegde aanslag in de baatbelasting voor het jaar 1995 werd vernietigd. De aanslag betrof een bedrag van ƒ 3010, opgelegd voor de herinrichting van het voetgangersgebied in de binnenstad van Doetinchem.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de argumenten van B en W tegen de uitspraak van het Hof onderzocht. B en W stelden dat de aanslag niet onredelijk was, maar het Hof oordeelde dat de toegepaste maatstaf van heffing leidde tot een willekeurige en onredelijke belastingheffing. Het Hof baseerde zijn oordeel op de vergelijking van de aanslag van belanghebbende met die van twee andere winkelpanden, waarbij bleek dat de aanslag van belanghebbende onevenredig hoog was in verhouding tot de waarde en oppervlakte van haar pand.
De Hoge Raad concludeerde dat het Hof terecht had geoordeeld dat B en W niet voldoende argumenten hadden aangedragen om de onredelijkheid van de aanslag te rechtvaardigen. De Hoge Raad verklaarde het beroep van B en W ongegrond en bevestigde de uitspraak van het Hof, waarbij de aanslag werd vernietigd. Tevens werd er geen veroordeling in proceskosten uitgesproken, en werd een griffierecht van f 630 opgelegd aan B en W.