ECLI:NL:HR:2001:AB0260
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.J.M. Corstens
- A.M.M. Orie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake uitlokking van zware mishandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 februari 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, maar was wel veroordeeld voor het medeplegen van het opzettelijk uitlokken van zware mishandeling, wat de dood van het slachtoffer tot gevolg had. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld, waarbij mr. A.A. Franken als advocaat optrad. De Advocaat-Generaal Jörg concludeerde tot verwerping van het beroep, maar ook tot vernietiging van de bestreden uitspraak voor wat betreft de kwalificatie van het bewezenverklaarde feit.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de verdachte niet voldoende had bijgedragen aan de uitlokking van de zware mishandeling. De Hoge Raad stelde vast dat de verdachte en zijn mededader overleg hadden gepleegd over de bedreigingen die het slachtoffer had geuit, en dat de verdachte betrokken was bij het verschaffen van inlichtingen die relevant waren voor het gepleegde delict. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor wat betreft de kwalificatie van het bewezenverklaarde feit, maar verwierp het beroep voor het overige.
De uitspraak benadrukt de rol van de verdachte in de uitlokking van het delict en bevestigt dat de mededelingen die door de verdachte zijn gedaan, als inlichtingen kunnen worden gekwalificeerd in de zin van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad concludeerde dat de bewezenverklaring van de uitlokking niet onbegrijpelijk was en dat het Hof de feiten juist had vastgesteld, waardoor de cassatie niet kon slagen.