ECLI:NL:HR:2001:AA9725

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 januari 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
36042
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • G.J. Zuurmond
  • A.E. de Moor
  • D.G. van Vliet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van Stichting X tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake verzoek om toepassing van de Wet op de omzetbelasting 1968

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van Stichting X tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 21 februari 2000, met nummer 96/3583. Het betreft een verzoek om toepassing van artikel 11, lid 1, onderdeel b, aanhef en onder 5°, van de Wet op de omzetbelasting 1968. Het verzoek was gezamenlijk ingediend door belanghebbende, Stichting X, en A (H Woonbemiddeling) bij de Inspecteur. De Inspecteur heeft het verzoek bij beschikking van 16 april 1996 afgewezen, waarop belanghebbende bezwaar heeft gemaakt. Dit bezwaar is door de Inspecteur gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep is gegaan bij het Hof. Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het cassatieberoep van Stichting X.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. De middelen van cassatie die door belanghebbende zijn ingediend, konden niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de uitspraak van het Hof in stand blijft.

Daarnaast heeft de Hoge Raad geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. Het arrest is uitgesproken in het openbaar op 31 januari 2001 door de raadsheer G.J. Zuurmond als voorzitter, samen met de raadsheren A.E. de Moor en D.G. van Vliet, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff.

Uitspraak

Nr. 36042
31 januari 2001
gewezen op het beroep in cassatie van Stichting X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 21 februari 2000, nr. 96/3583, betreffende een verzoek om toepassing van artikel 11, lid 1, onderdeel b, aanhef en onder 5°, van de Wet op de omzetbelasting 1968, gezamenlijk aan de Inspecteur gedaan door belanghebbende en A (H Woonbemiddeling).
1. Beschikking, bezwaar en geding voor het Hof
Nadat voormeld verzoek op 19 maart 1996 bij de Inspecteur was ingekomen, heeft deze bij beschikking van 16 april 1996 het verzoek afgewezen. Op het daartegen gemaakte bezwaar is deze beschikking bij uitspraak van de Inspecteur gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat het beroep ongegrond heeft verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
3. Beoordeling van de middelen van cassatie
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer G.J. Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren A.E. de Moor en D.G. van Vliet in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff en in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2001.