ECLI:NL:HR:2001:AA9631
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en de definitie van openbare weg
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die op 23 maart 2000 werd gedaan in verband met een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting. De naheffingsaanslag betrof een bedrag van f 1.826,-- voor het motorrijtuig met kenteken AA-00-AA, berekend over de periode van 20 april 1997 tot en met 7 april 1998, met daarbij een boete van honderd procent van dat bedrag. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof, dat de uitspraken van de Inspecteur bevestigde.
In cassatie heeft de Hoge Raad de klachten van belanghebbende beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die zich richtten tegen het oordeel van het Hof over de definitie van de openbare weg gegrond waren. De Hoge Raad stelde vast dat het gazon aan het a-plein niet volledig kan worden gerekend tot de berm of zijkant van een weg, en dat het enkele feit dat de auto op gemeentelijk eigendom stond, niet betekent dat er gebruik van de weg werd gemaakt. Dit leidde tot de conclusie dat het oordeel van het Hof blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, en werd bepaald dat het griffierecht aan belanghebbende vergoed moest worden. De uitspraak van de Hoge Raad werd openbaar uitgesproken op 24 januari 2001.