ECLI:NL:HR:2001:AA9623
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en catalogusprijs van een ter beschikking gestelde auto
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, betreffende een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993. Aan belanghebbende was aanvankelijk een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 175.256, maar later werd een navorderingsaanslag opgelegd naar f 182.708. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de navorderingsaanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de navorderingsaanslag verminderd tot een belastbaar inkomen van f 182.412.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. In cassatie werd vastgesteld dat aan belanghebbende door zijn werkgever een nieuwe personenauto ter beschikking was gesteld, die vóór de afgifte van het kenteken was voorzien van accessoires. Het Hof oordeelde dat de prijzen van deze accessoires, die afkomstig waren van de fabrikant en vermeld stonden in de prijslijst, moesten worden betrokken in de catalogusprijs zoals bedoeld in artikel 42, lid 3, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
Het middel van belanghebbende, dat uitging van een andere opvatting, faalde. De Hoge Raad oordeelde dat de wetgever aansluiting had gezocht bij de catalogusprijs voor de vaststelling van het privé-voordeel van een ter beschikking gestelde auto. De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 24 januari 2001.