ECLI:NL:HR:2001:AA9371

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 januari 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
00319/99 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • W.J.M. Davids
  • A.M.M. Orie
  • A.J.A. van Dorst
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis inzake motorrijtuigverzekering en aansprakelijkheid

Op 9 januari 2001 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een herzieningszaak met nummer 00319/99 H. De zaak betreft een aanvraag tot herziening van een vonnis van de Kantonrechter te Breda, dat op 29 mei 1998 was uitgesproken. De aanvrager, geboren in Marokko in 1960, was veroordeeld tot een geldboete van fl. 660,--, subsidiair 13 dagen hechtenis, wegens het rijden met een motorrijtuig zonder geldige verzekering op 5 juni 1997. De aanvrager stelde dat er op die datum wel degelijk een verzekering van kracht was voor het motorrijtuig, een Renault met kenteken [AA-00-AA]. Ter ondersteuning van zijn aanvraag overhandigde hij een verklaring van Nationale-Nederlanden Schadeverzekeringsmaatschappij N.V. die bevestigde dat er op 5 juni 1997 een verzekering was afgesloten die voldeed aan de eisen van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM).

Uitspraak

9 januari 2001
Strafkamer
nr. 00319/99 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de
Kantonrechter te Breda van 29 mei 1998, ingediend door:
[aanvrager], geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedatum] 1960, wonende
te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Kantonrechter heeft de aanvrager ter zake van "als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden", gepleegd op 5 juni 1997, veroordeeld tot een geldboete van fl. 660,--, subsidiair 13 dagen hechtenis.
2. De aanvraag tot herziening
De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de herzieningsaanvraag zal afwijzen.
4. Beoordeling van de aanvraag
4.1. Als grondslag voor een herziening kunnen, voorzover hier van belang, krachtens het eerste lid, aanhef en onder 2° van art. 457 Sv slechts dienen een of meer door een opgave van bewijsmiddelen gestaafde omstandigheden die bij het onderzoek op de terechtzitting niet zijn gebleken en die het ernstig vermoeden wekken dat, waren zij bekend geweest, het onderzoek der zaak zou hebben geleid hetzij tot vrijspraak van de veroordeelde, hetzij tot ontslag van rechtsvervolging, hetzij tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot toepasselijkverklaring van een minder zware strafbepaling.
4.2.1. In de aanvraag wordt gesteld dat op 5 juni 1997 voor het in de tenlastelegging bedoelde motorrijtuig, merk Renault en voorzien van het kenteken [AA-00-AA], een verzekering van kracht was welke voldeed aan de op die datum door of krachtens de Wet aansprakelijkheids- verzekering motorrijtuigen (WAM) gestelde eisen.
4.2.2. Ter ondersteuning van die stelling is bij de herzieningsaanvraag overgelegd een fotokopie van een verklaring als bedoeld in art. 34, tweede lid, WAM. Deze verklaring is op 28 november 1997 afgegeven door Nationale-Nederlanden Schadeverzekeringsmaatschappij N.V. Zij houdt als mededeling van genoemde verzekerings- maatschappij in:
"dat op 05 juni 1997 voor het motorrijtuig Renault voorzien van het kenteken [AA-00-AA] een verzekering van kracht was welke voldeed aan de op die datum door of krachtens de WAM gestelde eisen.
Het polisnummer is: [..]".
4.3. Naar aanleiding van de herzieningsaanvraag heeft de Advocaat-Generaal nadere berichten ingewonnen. Daartoe behoren:
a. een schrijven van voornoemde verzekeringsmaatschappij van 20 maart 2000, inhoudende:
"Naar aanleiding van uw brief geven wij u onderstaande de periodes dat het kenteken [AA-00-AA] bij ons verzekerd is geweest.
10 juni 1997 tot 17 juli 1997
polisnummer [..];
19 juli 1997 tot 7 november 1997
polisnummer [..]".
b. een schrijven van voornoemde verzekeringsmaatschappij van 17 april 2000, inhoudende als mededeling:
"dat op 5 juni 1997 voor het motorrijtuig, gekentekend [AA-00-AA] (...) geen dekking aanwezig was".
4.4. Het door de aanvrager gestelde, te weten dat uit een verklaring als bedoeld in art. 34 WAM van zijn verzekeringsmaatschappij blijkt dat op 5 juni 1997 voor het in de tenlastelegging bedoelde motorrijtuig een verzekering in de zin van de WAM van kracht was, kan op grond van de nadien door diezelfde verzekeringsmaatschappij verstrekte, hiervoor onder 4.3 weergegeven inlichtingen niet het onder 4.1 bedoelde ernstig vermoeden wekken. Het aangevoerde kan derhalve niet worden aangemerkt als een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv.
4.5. De aanvraag is dus ongegrond en moet ingevolge art. 468 Sv worden afgewezen.
5. Beslissing
De Hoge Raad wijst de aanvraag tot herziening af.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.J.M. Davids als voorzitter, en de raadsheren A.M.M. Orie en A.J.A. van Dorst, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 9 januari 2001.