ECLI:NL:HR:2000:AE3817
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- L. Monné
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van het Hof inzake de waardering van onroerende zaken door de gemeente Schoorl
In deze zaak gaat het om de waardering van een onroerende zaak, gelegen aan de A-straat 1 te Q, voor het tijdvak van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000. De gemeente Schoorl had de waarde vastgesteld op f 630.000,--, maar na bezwaar van de belanghebbende werd deze waarde verlaagd tot f 570.000,--. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de waarde verder verlaagde tot f 530.000,--. De belanghebbende stelde echter beroep in cassatie in tegen deze uitspraak van het Hof, waarbij hij een middel aanvoerde. De burgemeester en wethouders (B en W) dienden een vertoogschrift in.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing in meervoudige kamer, met inachtneming van het arrest van de Hoge Raad. Tevens werd gelast dat B en W aan de belanghebbende het griffierecht van f 340,-- vergoeden.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de waarde van de woning van de belanghebbende hoger moest zijn dan die van een vergelijkbare woning aan de B-straat 1, die voor f 427.000,-- was verkocht. De belanghebbende had een motiveringsklacht ingediend, die door de Hoge Raad werd gehonoreerd. De overige onderdelen van het middel behoefden geen verdere behandeling. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.