ECLI:NL:HR:2000:AA9144
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over recuperatie van vazen en de verplichtingen van de opdrachtnemer
In deze zaak heeft eiser, een inwoner van het Verenigd Koninkrijk, verweerster gedagvaard voor de Rechtbank te Leeuwarden, waarbij hij vorderingen heeft ingesteld met betrekking tot de recuperatie van vazen. Eiser vorderde primair een bedrag van ƒ 121.115,70, dat bestond uit de koopsom van de vazen en een commissie, en subsidiair een bedrag van ƒ 92.100,-- voor restauratiekosten. De Rechtbank heeft op 6 september 1995 de vorderingen van eiser afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Leeuwarden, dat bij eindarrest van 9 december 1998 het vonnis van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze arresten.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 22 december 2000 geoordeeld dat eiser niet-ontvankelijk is in zijn beroep voor zover dit gericht is tegen het tussenarrest van het Gerechtshof van 27 mei 1998. Het arrest van het Gerechtshof van 9 december 1998 is vernietigd, en de zaak is verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Gerechtshof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de stellingen van eiser niet voldoende waren voor toewijzing van zijn vordering. De Hoge Raad heeft verweerster in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.
De zaak betreft de verplichtingen van de opdrachtnemer bij recuperatie van goederen en de vraag of eiser voldoende duidelijkheid heeft gegeven over de inhoud van de overeenkomst. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat eiser niet louter opdracht tot volledige recuperatie heeft gegeven, maar tot recuperatie zonder verdere kwalificatie, wat de beoordeling van de zaak beïnvloedt.