ECLI:NL:HR:2000:AA9136
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging beschikking Rechtbank Maastricht inzake terugvordering bijstandsverlening door Gemeente Kerkrade
In deze zaak heeft de Gemeente Kerkrade, verzoekster tot cassatie, een verzoekschrift ingediend bij het Kantongerecht te Heerlen op 1 mei 1998. De Gemeente verzocht om vaststelling dat verweerder in cassatie, hier aangeduid als [verweerder], met ingang van de beschikking van de Kantonrechter een totaalbedrag van ƒ 6.266,73 aan de Gemeente dient te voldoen, ter zake van terug te vorderen kosten van bijstand. De Kantonrechter heeft het verzoek toegewezen, maar op hoger beroep heeft de Rechtbank te Maastricht de beschikking van de Kantonrechter vernietigd en de Gemeente niet-ontvankelijk verklaard. De Rechtbank oordeelde dat de Gemeente, nu het verzoekschrift na 30 juni 1997 was ingediend, de bestuursrechtelijke procedure had moeten volgen op basis van de Wet van 25 april 1996 en de herziene Algemene bijstandswet.
De Gemeente heeft tegen deze beschikking beroep in cassatie ingesteld. De Advocaat-Generaal Wesseling-van Gent heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beschikking van de Rechtbank en tot verwijzing ter verdere behandeling. De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank vernietigd en het geding ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad oordeelde dat, aangezien het besluit tot terugvordering van bijstand vóór 1 juli 1997 was bekendgemaakt, de Kantonrechter bevoegd was om kennis te nemen van het verzoek van de Gemeente, ondanks dat het verzoekschrift na deze datum was ingediend. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 22 december 2000.