ECLI:NL:HR:2000:AA9112
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- P. Neleman
- C.H.M. Jansen
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens niet-tijdige inschrijving
In deze zaak heeft eiseres, een verzekeringsnemer, Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (hierna: NN) gedagvaard voor de Rechtbank te 's-Gravenhage. Eiseres vorderde betaling van een bedrag van ƒ 67.411,81, vermeerderd met wettelijke rente. De Rechtbank heeft de vordering op 31 juli 1996 afgewezen. Eiseres heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, maar werd op 15 december 1998 niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep. Eiseres heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 15 december 2000 geoordeeld dat de niet-ontvankelijkheid van eiseres in haar hoger beroep terecht was. Het Hof had geoordeeld dat de dagvaarding van 13 december 1996 niet tot herstel van een processueel gebrek kon leiden, omdat deze dagvaarding niet de oorspronkelijk aangezegde rechtsdag wijzigde. Bovendien was de dagvaarding van 18 februari 1997 te laat uitgebracht, zonder dat bijzondere omstandigheden waren aangetoond die deze vertraging rechtvaardigden. De Hoge Raad bevestigde dat niet-tijdige inschrijving ter rolle in beginsel leidt tot niet-ontvankelijkheid van de vordering of het rechtsmiddel.
De Hoge Raad verwerpt het beroep van eiseres en veroordeelt haar in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van NN op nihil zijn begroot. Dit arrest is gewezen door de vice-president en een aantal raadsheren, en openbaar uitgesproken op 15 december 2000.