ECLI:NL:HR:2000:AA9053
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- W.H. Heemskerk
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en vergoeding bij optieregeling
In deze zaak heeft Intramco Europe B.V. op 6 augustus 1999 een verzoekschrift ingediend bij het Kantongerecht te Lelystad om de arbeidsovereenkomst met de verweerder te ontbinden. Dit verzoek was primair gebaseerd op een dringende reden volgens artikel 7:677 lid 1 BW en subsidiair op veranderingen in de omstandigheden volgens artikel 7:685 lid 2 BW. De Kantonrechter heeft op 22 oktober 1999 de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van 8 november 1999 en een vergoeding van ƒ 90.500,-- bruto aan de verweerder toegekend, evenals het recht om gebruik te maken van een optieregeling zoals vastgelegd in een overeenkomst van 4 september 1997. Intramco heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Zwolle, die op 26 januari 2000 het hoger beroep ongegrond verklaarde.
Intramco heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal Strikwerda heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Intramco in haar cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de Kantonrechter bevoegd was om de vergoeding toe te kennen, inclusief het recht op de optieregeling. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de Kantonrechter niet buiten het toepassingsgebied van artikel 7:685 BW is getreden. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van Intramco verworpen en Intramco veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op ƒ 3.025,--.