ECLI:NL:HR:2000:AA8989
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van uitspraak Hof inzake waterschapslasten en verwijzing naar Gerechtshof Arnhem
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 december 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende aanslagen in de waterschapslasten van het waterschap Peel en Maasvallei voor het jaar 1994. De belanghebbende, eigenaar van verschillende percelen grond binnen het taakgebied van het waterschap, had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslagen, die na behandeling door het Dagelijks Bestuur van het Waterschap werden gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van het Dagelijks Bestuur heeft bevestigd. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd en het geding verwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd met betrekking tot de indeling van de percelen in de juiste omslagklasse. De Hoge Raad benadrukte dat het waterschap de last heeft om aannemelijk te maken dat de indeling in de omslagklassen gerechtvaardigd is, en dat dit niet per perceel hoeft te worden bewezen, maar kan worden aangetoond voor het waterstaatkundig gebied als geheel.
Daarnaast heeft de Hoge Raad het Dagelijks Bestuur van het Waterschap veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op f 2.840,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en het Waterschap aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden. Tevens is gelast dat het Dagelijks Bestuur het griffierecht van f 315,-- aan de belanghebbende vergoedt. De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de wijze waarop waterschappen aanslagen in waterschapslasten kunnen opleggen en de rechtsbescherming van belanghebbenden in dergelijke procedures.