ECLI:NL:HR:2000:AA8892
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- W.H. Heemskerk
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over machtiging tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 december 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de machtiging tot voortgezet verblijf van verzoeker in een psychiatrisch ziekenhuis. De Officier van Justitie in het arrondissement Assen diende op 9 augustus 2000 een vordering in bij de Rechtbank, waarbij een machtiging tot voortzetting van het verblijf van verzoeker werd gevraagd. Deze vordering was gebaseerd op een geneeskundige verklaring van 4 augustus 2000. De Rechtbank verleende op 11 augustus 2000 de gevraagde machtiging voor een periode van zes maanden, tot uiterlijk 11 februari 2001. Verzoeker ging in cassatie tegen deze beschikking, waarbij hij onder andere aanvoerde dat de vordering van de Officier van Justitie te vroeg was ingesteld, omdat de eerdere machtiging pas op 13 december 2000 afliep.
De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank terecht had vastgesteld dat de machtiging inging op 11 augustus 2000 en dat de termijn van zes maanden geldig was. De Hoge Raad verwierp de argumenten van verzoeker en concludeerde dat de Rechtbank niet onjuist had geoordeeld. De beslissing van de Rechtbank was voldoende gemotiveerd en getuigde niet van een onjuiste rechtsopvatting. De Hoge Raad benadrukte dat het aan de rechter is om te bepalen of er redenen zijn om de duur van de machtiging te beperken.
De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde de eerdere beslissingen van de Rechtbank en de argumenten van verzoeker werden verworpen. De beschikking van de Hoge Raad werd openbaar uitgesproken door raadsheer W.H. Heemskerk.