ECLI:NL:HR:2000:AA8609
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- G.J. Zuurmond
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag in het recht van successie en vermindering van verkrijging
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende, X, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 15 oktober 1998. De zaak betreft een aanslag in het recht van successie die aan belanghebbende is opgelegd naar aanleiding van een verkrijging uit de nalatenschap van haar echtgenoot, die op 9 december 1991 is overleden. De aanslag, ter hoogte van ƒ 2.086.389,--, werd na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat de vraag of belanghebbende recht heeft op vermindering van haar verkrijging op basis van de Successiewet 1956, moet worden beoordeeld. Belanghebbende had recht op een stamrecht en pensioenen, waarvan de waarde door de Inspecteur in mindering werd gebracht op de vrijstelling. De Hoge Raad stelt dat de wet niet expliciet aangeeft hoe om te gaan met buitenlandse verkrijgers en dat de woonplaats van de verkrijger ten sterfdage niet als voorwaarde moet worden gesteld voor de toepassing van de wet.
De Hoge Raad concludeert dat de bepalingen van de Successiewet zo moeten worden gelezen dat, voor zover sprake is van een niet voor het successierecht vrijgesteld stamrecht, de waarde daarvan in aanmerking moet worden genomen bij de berekening van de verkrijging. De Inspecteur had in de mondelinge behandeling voor het Hof gesteld dat, zelfs als belanghebbende in het gelijk zou worden gesteld, de verkrijging niet met het volle bedrag van de latente inkomstenbelastingschuld kan worden verminderd. Dit punt moet na cassatie alsnog worden onderzocht. De Staatssecretaris van Financiën wordt veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.