ECLI:NL:HR:2000:AA8608
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en fiscale verwerking van uitkering
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993. De belanghebbende was aanvankelijk aangeslagen naar een belastbaar inkomen van f 48.521,--, maar kreeg later een navorderingsaanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 87.864,--. Deze aanslag werd door de Inspecteur gehandhaafd, maar het Hof vernietigde deze uitspraak en de navorderingsaanslag. De Staatssecretaris ging in cassatie tegen deze beslissing.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de belanghebbende in 1994 een uitkering van f 69.572,-- ontving in verband met de opheffing van een waterschap, maar deze niet had vermeld in zijn aangifte voor 1993. De Inspecteur legde een aanslag op, maar het Hof oordeelde dat de belanghebbende erop mocht vertrouwen dat de Inspecteur de fiscale verwerking van de uitkering had aanvaard. De Hoge Raad oordeelde dat het middel van de Staatssecretaris faalde, omdat de oordelen van het Hof geen blijk gaven van een onjuiste rechtsopvatting.
De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en veroordeelde de Staatssecretaris in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op f 2.840,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is op 29 november 2000 uitgesproken door de vice-president en vier raadsheren, en de Staatssecretaris werd een recht geheven van f 630,-- voor het ingestelde beroep in cassatie.