ECLI:NL:HR:2000:AA8606
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- G.J. Zuurmond
- A.E. de Moor
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en de toerekening van koopprijs bij levering van bouwgrond
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin een naheffingsaanslag in de omzetbelasting is verminderd. De belanghebbende, die zich bezighoudt met de bedrijfsmatige verhuur van woningen, had een perceel bouwgrond gekocht van de gemeente S, bestemd voor de bouw van huur- en koopwoningen. Na een naheffingsaanslag van ƒ 26.587,--, die na bezwaar door de Inspecteur werd verminderd, heeft het Hof de aanslag verder verlaagd tot ƒ 302,--. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de transactie tussen de gemeente en de belanghebbende betrekking had op twee prestaties waarvoor verschillende vergoedingen zijn overeengekomen. De belanghebbende had een deel van het perceel doorverkocht aan B B.V. en had de verschuldigde omzetbelasting niet voldaan. De Inspecteur heeft de naheffingsaanslag opgelegd, waarbij hij rekening hield met de aan de belanghebbende in rekening gebrachte omzetbelasting.
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van het Hof. De kosten van het geding in cassatie worden voor rekening van de Staatssecretaris gesteld, vastgesteld op ƒ 1.420,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is op 29 november 2000 uitgesproken door de Hoge Raad, met vermelding van de betrokken rechters en de waarnemend griffier.