ECLI:NL:HR:2000:AA8600
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en toepassing faciliteit voor zeevarenden
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X BV tegen een uitspraak van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage van 15 juli 1999. De zaak betreft een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende is opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1990 tot en met 31 december 1993. De naheffingsaanslag bedroeg f 269.440,-- aan enkelvoudige belasting, zonder verhoging. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de aanslag verminderd tot f 255.114,--, maar deze uitspraak is door belanghebbende bestreden in cassatie.
In cassatie is vastgesteld dat belanghebbende als inhoudingsplichtige de faciliteit voor zeevarenden heeft toegepast op het loon van werknemers die betrokken waren bij de bouw van een schip. De Inspecteur heeft echter geoordeeld dat deze faciliteit ten onrechte was toegepast, wat leidde tot de naheffingsaanslag. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling gekeken naar de definitie van een zeeschip volgens de Zeebrievenwet en het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad concludeert dat het desbetreffende schip in aanbouw niet kan worden aangemerkt als zeeschip, omdat het schip pas op 26 oktober 1993 een zeebrief kreeg en op 1 november 1993 werd opgeleverd. Dit betekent dat de faciliteit voor zeevarenden niet van toepassing is voor de perioden waarin de werknemers aanwezig waren bij de bouw van het schip.
De Hoge Raad verwerpt het beroep van belanghebbende en oordeelt dat het Hof terecht de naheffingsaanslag heeft gehandhaafd. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten.