ECLI:NL:HR:2000:AA8597
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aanslag inkomstenbelasting en heffingsrente met betrekking tot premiekoopwoning
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 7 mei 1999. De zaak betreft de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1996, waarbij aan belanghebbende een belastbaar inkomen van f 62.621,-- was opgelegd, inclusief f 113,-- heffingsrente. Na bezwaar van belanghebbende handhaafde de Inspecteur de aanslag en de beschikking inzake de heffingsrente. Het Hof bevestigde deze uitspraak, waarna belanghebbende cassatie instelde.
In cassatie werd vastgesteld dat belanghebbende een jaarlijkse bijdrage van f 3.600,-- had ontvangen voor de verkrijging van een premiekoopwoning, onder de voorwaarde dat een antispeculatiebeding in de akte van overdracht werd opgenomen. Belanghebbende verkocht de woning in 1996 met winst, wat leidde tot een betaling van f 20.846,-- aan de gemeente Q op basis van het antispeculatiebeding. De Hoge Raad oordeelde dat deze betaling niet kan worden aangemerkt als een negatieve inkomst, omdat het een gevolg is van de verkoop van de woning en niet van de jaarlijkse bijdrage.
De Hoge Raad concludeerde dat de betaling aan de gemeente niet kan worden gezien als een kostenpost die in mindering moet worden gebracht op het belastbare inkomen. De Hoge Raad verwierp het beroep van belanghebbende, omdat de middelen niet tot cassatie konden leiden. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is op 29 november 2000 vastgesteld en openbaar uitgesproken.