ECLI:NL:HR:2000:AA8449
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- H.A.M. Aaftink
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Huurprijs vaststelling en ontvankelijkheid in cassatie
In deze zaak heeft Ennovision International B.V. op 18 mei 1999 een verzoekschrift ingediend bij het Kantongerecht te Utrecht, waarin zij verzocht om de huurprijs van een woonruimte vast te stellen op ƒ 9.000,-- per maand, met ingang van 1 juli 1998. De verweerder, die in deze procedure als tegenpartij optrad, heeft het verzoek bestreden en voorwaardelijk in reconventie verzocht de huurprijs vast te stellen op ƒ 2.216,90 per maand. De Kantonrechter heeft op 16 augustus 1999 een tussenbeschikking gedaan, waarin partijen in de gelegenheid zijn gesteld om zich uit te laten over de benoeming van deskundigen, en heeft verdere beslissingen aangehouden.
Tegen deze tussenbeschikking heeft Ennovision cassatie ingesteld. De verweerder heeft primair verzocht om Ennovision niet-ontvankelijk te verklaren in haar beroep, en subsidiair het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal Wesseling-van Gent heeft in zijn conclusie ook tot niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep geadviseerd.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en op basis van de gronden in de conclusie van de Advocaat-Generaal besloten om Ennovision niet-ontvankelijk te verklaren in haar cassatieberoep. Tevens is Ennovision veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder zijn begroot op ƒ 525,-- aan verschotten en ƒ 2.500,-- voor salaris. Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 24 november 2000.