ECLI:NL:HR:2000:AA8418
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de toepassing van het tabeltarief op optievoordeel bij inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 augustus 1999, betreffende de aan hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1996. De belanghebbende had een aanslag ontvangen naar een belastbaar inkomen van f 1.273.930, welke aanslag door de Inspecteur was gehandhaafd na bezwaar. Het Gerechtshof bevestigde deze uitspraak, waarna belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad beoordeelt de klachten van belanghebbende, die betwist dat de Inspecteur het tabeltarief terecht heeft toegepast op het voordeel uit de opties die aan hem waren toegekend. Deze opties waren in 1993 toegekend in het kader van een overname en konden pas na drie tot tien jaar worden uitgeoefend. De belanghebbende stelt dat de opties niet als inkomsten moeten worden aangemerkt volgens artikel 31, lid 2, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, en dat het gelijkheidsbeginsel toepassing van een bijzonder tarief rechtvaardigt.
Het Hof oordeelde dat de opties aan belanghebbende waren toegekend om hem langer aan de vennootschappen te binden, en dat er geen bewijs was dat hij de dienstbetrekking wilde opzeggen. De Hoge Raad concludeert dat het oordeel van het Hof niet blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting en dat de klachten van belanghebbende niet tot een andere uitkomst kunnen leiden. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.