ECLI:NL:HR:2000:AA8417
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- G.J. Zuurmond
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen met betrekking tot een overeenkomst tussen belanghebbende en zijn zoon
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 18 maart 1999, betreffende de hem voor het jaar 1993 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 338.771, maar na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Het Hof heeft de aanslag vervolgens verminderd tot f 328.771. Belanghebbende heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad beoordeelt de uitleg van het Hof over de overeenkomst tussen belanghebbende en zijn zoon. Het Hof had geoordeeld dat de uitkering van de polis aan belanghebbende moest worden toegerekend, ondanks dat de zoon de uitkering had ontvangen. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof deze uitleg juist heeft gegeven en dat de klachten van belanghebbende over de relatieve schijnhandeling niet opgaan. De Hoge Raad stelt vast dat de zoon geen eigen belang had bij de verzekering, en dat de verzekeringsmaatschappij mocht afgaan op de werkelijkheid die aan haar werd gepresenteerd.
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en oordeelt dat de uitspraak van het Hof geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting en toereikend is gemotiveerd. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is op 22 november 2000 vastgesteld en in het openbaar uitgesproken.