ECLI:NL:HR:2000:AA7689
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de Gemeente voor schade door damdoorbraak
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de Gemeente Eindhoven voor schade die is ontstaan door een damdoorbraak in het Eindhovens Kanaal. De dam was aangelegd in opdracht van de Gemeente en doorbrak in de nacht van 15 op 16 september 1990, waardoor water in de kelder van een nabijgelegen bedrijfspand stroomde en een kopieermachine van Rentalease onherstelbaar beschadigd raakte. Rentalease vorderde schadevergoeding, maar de Rechtbank verklaarde haar niet-ontvankelijk in haar vorderingen. Hierop stelde Rentalease hoger beroep in bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat de zaak naar de rol verwees voor uitlating door de Gemeente en verdere beslissingen aanhield. De Gemeente ging in cassatie tegen het arrest van het Hof, dat de Gemeente in de gelegenheid stelde bewijs te leveren dat de damdoorbraak niet aan haar te wijten was.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onjuist had geoordeeld over de bewijslastverdeling. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Gerechtshof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de Gemeente aansprakelijk kan worden gehouden voor fouten die zijn gemaakt bij de aanleg van de dam, tenzij zij kan bewijzen dat de damdoorbraak het gevolg was van een oorzaak waarvoor zij niet aansprakelijk is. De Gemeente werd veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Gemeente werden begroot op ƒ 5.703,55 aan verschotten en ƒ 3.500,-- voor salaris.