ECLI:NL:HR:2000:AA7289
Hoge Raad
- Cassatie
- H.L.J. Roelvink
- H. Heemskerk
- R. Herrmann
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de rechtsgeldigheid van de algemeen verbindend verklaarde CAO voor de Groothandel in Technische Producten
In deze zaak heeft Reesink Technische Handel B.V. (hierna: Reesink) in cassatie beroep ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een vordering van Reesink tegen het Sociaal Comité, dat namens werkgevers optreedt in de sector. Reesink had in eerste instantie in kort geding gevorderd dat het Sociaal Comité bepaalde stukken zou overhandigen die betrekking hebben op de representativiteit van de CAO's waaraan zij niet meer gebonden is. De President van de Rechtbank te 's-Gravenhage heeft deze vordering gedeeltelijk toegewezen, maar het Gerechtshof heeft in hoger beroep het vonnis van de President vernietigd en de vordering van Reesink afgewezen.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat Reesink, die sinds 1994 geen lid meer is van het Sociaal Comité, niet aan de algemeen verbindend verklaarde CAO's is gebonden. De Hoge Raad oordeelt dat de Wet op het Algemeen Verbindend en het Onverbindend Verklaren van Bepalingen van Collectieve Arbeidsovereenkomsten (Wet AVV) geen grondslag biedt voor de vordering van Reesink. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt Reesink in de kosten van het geding in cassatie.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor ongebonden werkgevers om de mogelijkheid te hebben om de representativiteit van CAO's te controleren, vooral wanneer deze algemeen verbindend zijn verklaard. De Hoge Raad concludeert dat de door Reesink ingediende vordering niet kan worden toegewezen, omdat er geen wettelijke basis is voor de door haar gevorderde informatie.