ECLI:NL:HR:2000:AA7151
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor naheffingsaanslag loonbelasting en procesgang bij de belastingrechter
In deze zaak heeft de Ontvanger van de Belastingdienst ondernemingen P op 18 juni 1992 een kennisgeving gestuurd waarin belanghebbende aansprakelijk werd gesteld voor een bedrag van f 95.660,-- in verband met een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen die aan A te Q was opgelegd. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslag, maar de Inspecteur heeft deze bij uitspraak van 5 december 1997 gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat haar beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de aansprakelijkstelling van belanghebbende door de Ontvanger niet zonder meer kan worden gehandhaafd. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat belanghebbende geen belang had bij haar beroep, omdat de mogelijkheid tot effectuering van de aansprakelijkheid was vervallen. De Hoge Raad benadrukt dat belanghebbende wel degelijk belang heeft bij een rechterlijke uitspraak over de rechtmatigheid van de naheffingsaanslag, omdat dit invloed kan hebben op haar burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor de gevolgen van de aanslag.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, vastgesteld op f 5.680,-- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en wordt gelast dat de Staatssecretaris het griffierecht van f 315,-- aan belanghebbende vergoedt. Dit arrest is op 20 september 2000 uitgesproken door de Hoge Raad, met vermelding van de betrokken rechters en de waarnemend griffier.