ECLI:NL:HR:2000:AA7114
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- L. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1995
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 juli 1999, waarbij een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995 is gehandhaafd. De aanslag was opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van f 86.294,--. Na het indienen van bezwaar door belanghebbende, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, waarin hij concludeert dat de tweede klacht van belanghebbende doel treft. Deze klacht betreft het feit dat belanghebbende niet in de gelegenheid is gesteld om kennis te nemen van stukken die na de zitting door de Inspecteur zijn ingezonden. De Hoge Raad oordeelt dat uit de uitspraak van het Hof en de gedingstukken niet blijkt dat belanghebbende deze gelegenheid heeft gehad. Hierdoor slaagt de tweede klacht van belanghebbende, terwijl de overige klachten geen behandeling behoeven.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te ’s-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing. Tevens wordt bepaald dat de Staatssecretaris van Financiën het griffierecht van f 160,-- aan belanghebbende moet vergoeden. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.