ECLI:NL:HR:2000:AA7106
Hoge Raad
- Cassatie
- H.L.J. Roelvink
- W.H. Heemskerk
- R. Herrmann
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bevoegdheid van de Kantonrechter in geschil tussen eiser en B.V. Bergen op Zoomse Sanitair Installateurs B.S.I.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 september 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen eiser, wonende te [woonplaats], en de B.V. Bergen op Zoomse Sanitair Installateurs B.S.I. De zaak begon met een geding dat door BSI was aangespannen tegen eiser voor de Kantonrechter te Bergen op Zoom, waarbij BSI vorderingen had ingesteld tot terugname van een boiler en betaling van een bedrag van ƒ 399,50, vermeerderd met ƒ 20,-- per maand. Eiser heeft de vordering bestreden en een exceptie van onbevoegdheid ingediend. De Kantonrechter verklaarde zich bevoegd en heeft uiteindelijk eiser veroordeeld tot medewerking aan de terugname van de boiler en betaling van de vordering.
Eiser ging in hoger beroep tegen de vonnissen van de Kantonrechter, maar de Rechtbank te Breda verklaarde hem niet-ontvankelijk in zijn beroep. Hierop heeft eiser cassatie ingesteld tegen het vonnis van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Kantonrechter zich bevoegd had verklaard en dat de Rechtbank terecht oordeelde dat eiser niet-ontvankelijk was in zijn beroep tegen het eindvonnis. De Hoge Raad oordeelde dat de wettelijke appellabiliteitsregels ook van toepassing zijn op tussenvonnissen, en dat het beroep van eiser op onbevoegdheid niet kon leiden tot cassatie.
De Hoge Raad heeft het beroep van eiser verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van BSI op nihil zijn begroot. Dit arrest is gewezen door de vice-president H.L.J. Roelvink als voorzitter en de raadsheren W.H. Heemskerk, R. Herrmann, O. de Savornin Lohman en A. Hammerstein, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer W.H. Heemskerk.